©onfraFoto – Frank van Leeuwen

Drietal aan de waterpolo

De ‘Molenkampjes’ zijn volwassen geworden

In Nederland zien jaarlijks zo’n 20 drielingen het levenslicht. Daarom was de geboorte van Rody, Ruby en Jesco Molenkamp in 1999 groot nieuws. Inmiddels zijn de ‘Molenkampjes’ volwassen maar nog steeds onafscheidelijk. Zo spelen ze alle drie bij Waterpolo Den Haag en volgen elkaars sportieve verrichtingen op de voet.

Moeder Sandra weet het nog precies. „Een, twee, drie, vier, vijf, zes handjes. Zo telde de gynaecoloog en we wisten niet wat we hoorden. Dat we op een tweeling konden rekenen was bekend, maar dat Ed en ik ineens ouders van drie kinderen zouden worden, was op z’n zachtst gezegd even wennen.” Op 22 februari 1999 diende het drietal zich aan stroopten hun ouders de mouwen op. „Vanaf de geboorte hielden voor alles een strak schema aan en met hulp van familie en anderen konden we het net aan redden.” Hoewel er nu veel losser met elkaar wordt omgegaan, zijn er binnen het gezin nog steeds restanten van dat regime merkbaar. „Zo komen we wekelijks bij elkaar en gingen we tot voor kort met z’n allen op vakantie naar Oostenrijk of de Kaag. Maar ze zijn en blijven onafscheidelijk” vertelt Sandra.

„De ontwikkeling ging gelijk op. Dezelfde lagere school, tegelijk leren fietsen, hetzelfde voortgezet onderwijs en de broers werken als elektromonteur bij hetzelfde installatiebedrijf” somt Sandra op. „Ruby is gediplomeerd kleermaakster maar heeft in de kinderopvang bij het Haagse kinderdagverblijf MiCasa haar bestemming gevonden.” Dat ze alle drie aan waterpolo zijn verslingerd is niet vreemd. Sandra haalde als jonge wedstrijdzwemster van het Haagse ZIAN meerdere malen de kolommen van deze krant, vader Ed speelde eredivisiepolo en is al tientallen jaren een vaste kracht van het Zoetermeerse WVZ. „Als kind gingen we vaak naar een wedstrijd van Ed kijken. In de pauze lagen we dan met een balletje in het water, dus waterpolo werd al snel een vaste waarde in ons leven” blikt Rody terug. Terwijl Ruby vanaf haar kindertijd de van haar moeder geërfde wedstrijdkwaliteiten verder ontwikkelde, speelden de jongens op hun achtste bij WVZ de eerste potjes waterpolo. „ Als jochies wisten we al snel dat we dit wilden blijven doen. En we vinden het nog steeds een geweldige sport. Toen we door Den Haag werden gevraagd was dat een pracht kans om hoger te kunnen spelen” meldt Jesco.

Rody: „We maakten een droomstart, want we werden met de jeugd tweede van Nederland.” Het duo werd in het tweede team zeer gewaardeerd, waarbij Rody met invalbeurten in het eerste eredivisie ervaring opdeed. „Spelen tegen de nationale polotop is heel bijzonder” vindt hij. Inmiddels spelen de ‘Ooievaars’ eersteklasse en behoren de broers tot de kern van de Haagse hoofdmacht. „Daar zijn de niveauverschillen gelukkig minder groot en dat is veel prettiger” vindt Rody. Dat de broers elkaar in het water haast blindelings weten te vinden wekte aanvankelijk verbazing. Jesco: „Nu viel dat ineens op maar we behoren nu eenmaal tot een drie-eenheid, dus voor ons niets bijzonders.” Ruby stapte het tweede dames team binnen. „Een onwijs leuke groep meiden die nu m’n vriendinnen zijn.” Ze valt ook wel eens in bij het eerste. „Dat is kwa spel uitdagender maar in het tweede is het vooral lekker bezig zijn en leuk spelen” bekent ze. Als het maar even kan bezoeken broers en zus elkaars wedstrijden. Sandra: „Ed en ik zijn er ook graag bij, dus dat is in het weekeinde nog wel eens racen van bad naar bad. Maar dat hebben we graag voor elkaar over.” Voor de drie wekelijkse trainingen legt het drietal de afstand Zoetermeer-Den Haag -hoe kan het ook anders- gezamenlijk af. Rody en Jesco rijden samen terug naar huis, hun zus reist dan mee met vriend en topscorer van heren 1, Tim van der Bend. Ruby lachend: „Ook heel gezellig hoor.”

Ga terug

  1. De Houtzagerij
  2. De Waterthor
  3. Escamphof
  4. Forum Kwadraat
  5. Zuiderpark
  6. Overbosch
  7. Hofbad